mandyvanoeffel.reismee.nl

Queensland

Lieve allemaal,

Het heeft iets langer geduurd, maar hierbij mij verhaal over mijn bijzondere drie weken vakantie. Ik ben in Australië voor bijna 1,5 jaar, maar was alleen nog maar in Western Australië geweest. Hoewel dit de grootste staat is, is Australië meer dan WA. Nu ik drie weken vakantie had en kon kiezen waar ik naartoe wilde koos ik ervoor om naar Queensland te gaan. Queensland wordt ook wel ‘the sunshine coast’ genoemd. Queensland is de staat met veel tropisch regenwoud, warme temperaturen het hele jaar rond, niet zoals hier 45°C+, maar 30°C in het Noorden en meer richting het zuiden, naar Brisbane warme zomers, maar koelere winters. Dit klonk voor mij als een paradijs en met een reisgenootje kon ik van het noorden naar het zuiden reizen. Vandaar dat ik op de aupair groep van facebook opzoek ging naar iemand met dezelfde plannen. Al snel had ik verschillende reacties en besloot ik om samen met Vanessa (een Italiaanse aupair) deze roadtrip te maken. Wij besloten om een auto te huren in plaats van de bus, met de auto zouden we veel flexibeler zijn.

Vrijdag 13 januari was mijn eerste vrije dag en vloog ik naar Cairns. Ik had pas een late vlucht van Paraburdoo naar Perth en moest nog bijna 5 uur op het vliegveld wachten om naar Cairns te vliegen. Natuurlijk had ik de goedkoopste vlucht geboekt, een vlucht met Jetstar. Hoewel dit normaal niet heel erg zou zijn was dit geen goed idee voor een nachtvlucht. Jetstar is zoals de Europese Ryanair denk ik, je heb heel weinig ruimte om te zitten, je krijgt geen dekens, tenzij je $15 betaald en zonder enige snacks of drankjes. Ik had zoals je dus kunt voorstellen een verschrikkelijke nacht, met weinig slaap en ik was zo koud! Vanessa was al in Cairns en de taxi was geregeld om de auto op te halen. Samen hebben we onze auto opgehaald en daarna was het tijd om op zoek te gaan naar een VVV om een camping te vinden en een Great Barrier Reef tour te boeken. Het VVV was snel gevonden, de tour was snel geboekt en al snel gingen we op weg naar de camping. Gelukkig was er nog meer dan genoeg ruimte voor onze auto. Snel hebben we onze auto geparkeerd, de achterbank klaargemaakt en moest ik even liggen na ongeveer een half uur slaap. Helaas was het behoorlijk warm en benauwd en in een auto is dat niet heel lekker om te slapen. Al snel gaf ik het op en besloten we het zwembad maar even uit te proberen en even lekker te kletsen. Na de middag besloten we om Cairns maar even in te gaan en de stad te ontdekken. Ik vond Cairns een super leuke stad. Vanuit het vliegveld had ik al het groen van de tropische regenwouden al gezien, maar zelfs vanuit de stad was dit nog overal te zien. Hoewel het een stad is, is het voor Australische standaards niet een hele grote stad met ongeveer 140.000 inwoners. Er was een markt in het centrum, de esplanade was enorm mooi met allemaal bomen en de mooiste bloemen. Ook was er een groot gratis zwem lagoon waar iedereen zat of aan het zwemmen was (zwemmen in de zee gaat hier niet in verband met de krokodillen en blue bottle jelly fish). Na hier lekker te hebben rond gelopen en de haven te hebben bekeken besloten we om even rond te kijken in de Botanic Gardens. Hier zag ik mijn eerste tropische regenwoud, leuke boardwalks, de mooiste planten en niet te vergeten de bomen. Ook ’s avonds was er een andere markt in een van de winkelcentra waar we naar toe zijn gegaan en hebben rondgekeken. Na even snel onze telefoons te hebben opgeladen was het tijd om vroeg naar bed te gaan.

De volgende dag op zondag was onze tour naar het Great Barrier Reef, op zoek naar Nemo. We reden al vroeg naar de haven om hier op een groot zeilschip te gaan, richting een speciaal stukje van het Great Barrier Reef, Michealmas Cay. We kregen allerlei lekkere cakejes en konden heerlijk buiten in het zonnetje zitten terwijl we onze veiligheidsinstructies kregen. Ook kregen we een presentatie over de verschillende koralen en vissen die we zouden kunnen zien. Het was ongeveer twee uur varen naar Michealmas Cay en het eerste wat ons opviel waren alle vogels. Het kleine zandeiland was namelijk bewoond door duizenden verschillende vogels, ook konden we met de grote boot niet tot het reef komen zonder het te breken, er was dus een kleinere boot die op en neer voer tussen de catamaran en het eilandje. Eerst moesten we natuurlijk snel in onze stingersuits (dit zijn specialewetsuits die je beschermen tegen de twee soorten kwallen mochten deze je aanraken, moet je gelijk naar het ziekenhuis voor een paar dagen. Al ontdekte ik pas later dat een van de twee zo klein is dat je ze zelfs in een glas nog niet kunt zien) en daarna konden we in twee groepen naar het eilandje en vandaar het water in en het reef bekijken. Het koraal was geweldig, het waren weer net iets andere kleuren koraal dan in Exmouth en Coral Bay en er waren ook wat andere soorten vissen te zien. Verder zagen we ook nog een schildpad die zich tussen het koraal aan het verstoppen was. Na ongeveer ander half uur waren we helemaal verschrompeld en begonnen we het ook wat koud te krijgen. We besloten om even lekker op het strand/ in het water te zitten en zagen hier ook nog een kleine baby haai zwemmen. We besloten toen om de volgende boot naar de catamaran te nemen om hier de lunch te gaan eten en dan op de Semi-submersible koraal tour. Voor lunch was er van alles, verse garnalen, rijst, curry, aardappelen, salades, vlees, vis, brood en vers fruit. De koraal tour was in een Semi-submersible, het is een onderzeeboot, die alleen het stuur en de kapitein boven het water heeft. Het was een super tour, we waren tussen alle scholen vissen en zagen de mooist koralen. Sommige koralen kwamen bijna tot de wateroppervlakte en je kon de bodem twee/ drie meter beneden je zien. Na onze tour en met alle mensen terug op de boot was het tijd om weer terug naar Cairns te varen. Ook hier werden we verwent met fruit, crackers, kaas, champagne (en water voor mij). We hadden de mooiste uitzichten op het tropische regenwoud en de enorme donkere regenwolken recht boven Cairns. Dit was pas onze tweede dag en we hadden nu al zoveel moois gezien.

Op maandag besloten we onze eigen tropisch regenwoud tour te doen met de auto. We vertrokken al vroeg met de auto richting het noorden, op naar Cape Tribulation, daar waar het regenwoud het strand ontmoet. Om bij Daintree Rainforest te komen reden we over de mooiste weg, vlak langs de zee met zo af en toe een klein strandje, verborgen tussen de palmbomen. Ook moesten we met de auto op een veerboot, wat voor ons een leuke verassing was. Verder hadden we nog enorm geluk om een wilde cassowary (een grote tropische vogel) over de weg te zien lopen. Uiteindelijk vonden we Cape Tribulation en hebben hier een mooie wandeling over het strand gemaakt (niet te dicht bij het water of regenwoud, er waren krokodillen volgens de borden). Ook was er nog een mooie boardwalk door het regenwoud naar het uitzichtpunt op Cape Tribulation voor een paar mooie foto’s. Daarna besloten we weer in de richting te gaan van Cairns, al hadden we nog wat verschillende stoppen onder weg. Een paar voor foto’s (deze zal ik proberen zo snel mogelijk op de blog te zetten) en we wilde nog even stoppen bij de Mossman Gorge. Mossman Gorge ligt dicht bij Port Douglas en hier zou een mooie wandeling zijn in de Gorge en een plek om eventueel te zwemmen. We zijn hier met de auto naar toe gereden en hebben hier een buskaartje bij het informatiecentrum gekocht. Met de bus reed je door een Aboriginal gemeenschap naar de Gorge. In de Gorge was een hele mooie wandeling door het regenwoud. Er was een stukje boardwalk, daarna was er een metalen hangbrug die als je erover liep op en neer bewoog. Daarna was er een 2.4 km wandeling door het regenwoud met enorme bomen, veel groen en het warme vochtige weer (al was dat overal rond Cairns). Aan het begin had je al een uitkijkpunt op het water, waar je in zou kunnen zwemmen, er waren verschillende mensen in het water, wij besloten om toch het water niet in te gaan. Er was een hele sterke stroming en we wilde niet te laat hoeven terug te rijden naar Cairns, want we wilden ook nog even in Port Douglas rondkijken. Dat is dus ook precies wat we deden na de wandeling. We hebben even rondgekeken in Port Douglas, een leuk stadje met een grote haven. Daarna zijn we terug naar Cairns gereden om hier te plannen voor morgen.

Dinsdag besloten we om Cairns te verlaten en naar het zuiden te gaan. Vandaag wilden we richting Townsville, om hier de boot te nemen naar Magnetic Island. Natuurlijk waren er nog wat verschillende plekken waar we even wilden stoppen. Onze eerste stop na Cairns was Babinda Boulders, een mooi plekje waar water rotsen glad had geslepen. Je kon hier een wandeling maken naar een mooi uitkijkpunt terwijl je langs het water liep en kon lezen over de verhalen van de Aboriginals over dit speciale plekje. Het uitzicht was enorm mooi en op de weg terug naar de auto zagen we nog twee schildpadden in het water. De volgende stop was Mission Beach waar we een wandeling konden maken door een stukje regenwoud naar het strand. Verder gaven ze bij het informatiecentrum een mooie route om te rijden langs het water en door kleine dorpjes. Verder maakte we nog even een stop voor lunch bij de Crystal Creek. Hier hebben we bij het water onze bolletjes opgegeten en zijn daarna door naar Townsville gereden. Townsville is de tweede grootste stad van Queensland na Brisbane en was iets groter dan we verwachtten. Het duurde dus iets langer om te vinden waar we moesten zijn om de auto te parkeren en op de boot te stappen. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten voor we op de boot konden en na 20 minuutjes varen kwamen we aan op Magnetic Island. Het eiland lijkt op een tropisch paradijs en met de bus reden we naar ons hostel en met de open Barbie auto’s ging het idee van paradijs niet uit mijn gedachten. Het hostel had hele leuke ‘hutjes’ waar we in sliepen, met een normaal bed na de laatste paar dagen in een auto te hebben geslapen. We hebben hier wat rondgekeken en pizza gegeten voor we naar bed gingen.

Woensdag waren we al vroeg wakker, we namen de bus en besloten een paar wandelroutes op het eiland te doen. De eerste wandeling was van het strand naar de top van een heuvel waar we een super uitzicht hadden over een groot stuk van het eiland. Verder was er nog een wandeling dichtbij ons hostel die bij een meer uitkwam en uiteindelijk besloten we naar een ander strand te gaan en even lekker te zwemmen en op het strand te liggen. Tussen de middag hebben we lekker geluncht, waarna we een tour hadden bij het koala sanctuarium dat bij het hostel was. Ze hadden hier niet alleen koala’s, ook een wombat, verschillende papegaaien, kleine krokodillen, een slang en verschillende lizards. Het park was niet heel groot, maar we mochten alle dieren vasthouden en foto’s nemen. Zo heb ik een papegaai gekust, een krokodil vastgehouden, een lizard gekust, een slang vastgehouden en geknuffeld met een koala! Het was een super dag en ik had zeker nog een paar dagen kunnen blijven op Magnetic Island. Toch was het aan het eind van de middag tijd om de boot terug naar Townsville te nemen en richting Airlie Beach te rijden.

Donderdag en vrijdag waren we voor twee dagen in Airlie Beach om de Whitsunday Eilanden te bekijken. We zaten op een camping in Airlie Beach en vandaar gingen we twee dagen met Ocean Rafting op een tour om de whitsundays te bekijken. We hadden enorm goed weer en hebben op de mooiste plekken gesnorkeld. De kleuren waren zo mooi en er waren zo veel vissen overal waar we tussendoor zwommen. Op donderdag hadden we twee verschillende snorkelplekken voor we naar het bekende whitsunday strand gingen om een wandeling te maken naar het uitkijkpunt over het mooie strand. Natuurlijk moesten we foto’s maken, voor we naar het strand liepen om hier over het speciale zand te lopen dat als je erover heel loopt een piepend geluid maakt. Op het strand hadden we lunch waarna we nog even een wandeling maakten en daarna weer terugvoeren naar Airlie Beach. Op vrijdag zijn we eerst naar het uitkijkpunt gegaan, waarna we weer naar een ander mooie snorkelplek gingen om hier te snorkelen. Dit was mijn meest favoriete plek van het Great Barrier Reef. Daarna zijn we naar het strand gevaren en hebben hier lunch gehad en heerlijk in het water gezwommen en op het strand gelegen nu we hier wat langer de tijd hadden om op het strand te blijven. De tour die we deden hadden speciale boten, waarmee over het water werd geracet. Je kon zelfs op de rand van de boot zitten, al moest je je goed vasthouden om er niet af te vallen. De tour was zeker een aanrader, net als Airlie Beach zelf, het is een weer een paradijs. Maar we wilden nog meer zien en verlieten vrijdag dus het paradijs op zoek naar de andere plekken die we nog graag wilden zien. Vrijdagavond logeerden we bij een van Vanessa’s hoste familie vrienden en hadden we beiden ons eigen tweepersoonsbed. We hadden het super gezellig en kregen allerlei nieuwe tips voor de laatste week van onze Queensland trip.

Op zaterdag waren we halverwege onze trip, maar hadden we een flink eind rijden gepland staan. We hadden gepland staan om naar de Town of 1770 te rijden, wat ongeveer 6,5 tot 7 uur rijden was. Gelukkig maakten we een paar korte stops onderweg voor we in de Town of 1770 aankwamen. We hadden hier ’s morgens al naar toe gebeld om een plekje te reserveren. Aangekomen hoefden we alleen nog te betalen en konden we onze auto parkeren. Zodra we uitstapten zagen we al een grote kangoeroe op het veld achter onze kampeerplek. Daarna besloten we om naar het strand te gaan waar we vanuit de camping naar toe konden lopen. We hebben een wandeling gemaakt en daarna zijn we druk geweest met het plannen van de komende dagen.

Zondag hadden we ook nog een flink eind te rijden, gelukkig minder dan de dag ervoor. Eerst besloten we nog even rond te kijken in het dorpje zelf en naar de markt te gaan die er werd gehouden voor we vertrokken richting Hervey Bay. Hervey Bay was een super leuke stad met een enorme boulevard met een heel leuk café waar we fish & chips voor lunch hebben gehad en waarna we over de boulevard liepen en over de enorme pier gelopen, van waar we Fraser Island al konden zien. Dit is waar we een tour zouden doen op maandag en dinsdag. Hoewel het Fraser Island niet ver van de kust was, was dit niet de plek van waar we zouden vertrekken. Dit zou Rainbow Beach zijn, we zijn dus weer naar de auto gelopen en zijn naar Rainbow Beach gereden. Rainbow Beach was een klein dorpje, al was het groter dan Paraburdoo. De camping waar we waren was super en we hadden een plekje dat uitkijk had op het strand en de zee, zoals je kunt voorstellen, mijn favoriete kampeerplekje. Ook hier konden we een mooie wandeling over het strand maken en vonden we een leuk restaurant met hele lekkere burgers en live muziek.

Maandag moesten we al vroeg op. We zouden al vroeg worden opgehaald voor onze 2 dagen/ 1 nacht Fraser Island tour. Het was maar een klein stukje rijden naar de veerboot. Ook Fraser Island was verrassend dicht bij Rainbow Beach, slechts 1 km. Onze bus was een grote 4WD bus en op het eiland was het eerste wat we deden een ritje over Seventy-Five Mile Beach. Zoals de naam al zegt is het strand 75 Miles lang. Fraser Island is een zandeiland en is dus een groot strand, toch heeft een regenwoud kunnen ontstaan in het midden van het eiland. Na een klein stukje over het strand te hebben gereden, gingen we allereerst naar het hotel, hier dronken we wat koffie/ thee met muffins erbij. De volgende stop was Lake McKenzie, een groot meer, met een strand dat lijkt op dat van de Whitsundays, al is het zand bij Lake McKenzie minder fijn (slechts 85% silicium in plaats van 98%). Na een duik in het heldere water gingen we op een andere bus, waar de rest van de mensen die in Hervey Bay waren opgehaald al in zaten. De volgende stop was ‘Central Station’, hier leerden we over de houtindustrie op het eiland jaren geleden en van hier maakten we een wandeling door het regenwoud via een boardwalk langs Wanggoolba Creek en daarna verder door de Pine Valley. Daarna reden we weer terug naar het hotel en kregen hier een uitgebreid buffet voor lunch. De laatste activiteit voor de eerste dag was Lake Wabby. Allereerst moesten we een 2,4km wandeling doen en kwamen daarna op een zandvlakte, maar zagen geen meer om in af te koelen. Gelukkig was niet alles en na een grote zandheuvel af te lopen was daar een mooi verkoelend meertje. In het meertje had je alleen ook vissen die je dode huidcellen eten. Dit wisten wij niet, en dit was dus ook een hoop rondspringen in het water na plots vissen overal. Natuurlijk moesten we na het zwemmen weer de zandheuvel op en nog 2,4km lopen. Boven op de heuvel waren we al weer zo warm en moesten we nog een heel eind. Gelukkig konden we daarna in een bus met airconditioning. Aangekomen in het hotel en onze spullen in de kamer neergelegd besloten we naar het zwembad te gaan om af te koelen. Na een heerlijk avondeten gingen we voor een wandeling over het strand, om de sterren te zien. Helaas was het te bewolkt om echt veel sterren te zien, toch was het heel gezellig. Daarna zijn we nog even naar de bar gegaan voor we naar bed gingen om dinsdag weer vroeg op te staan.

Dinsdag hadden we een drukke dag voor de boeg, met allereerst onverwachts een vlucht over Fraser Island. Er waren een paar kleine vliegtuigjes die je over het eiland wouden vliegen, natuurlijk wilden wij dit wel. We vlogen vanaf het strand over het water en daarna over het eiland zelf met alle meertjes, regenwoud en open plekken. Een paar kilometer verderop landen we weer, waar de bus aan het wachten was. Na nog wat foto’s voor het vliegtuigje reden we verder naar Maheno Shipwreck. Een aangespoeld cruise schip dat hier al voor meer dan 80 jaar op het strand ligt. Na hier wat foto’s te hebben gemaakt gingen we door naar de Pinnacles. Dit was gekleurd zand met meer dan 80 tinten verschillende kleuren zand. Na ook hier nog wat foto’s te hebben gemaakt gingen we naar de Champagne Pools. Dit zijn kleine meertjes in de rotsen naar de zee. Doordat de zee tegen de rotsen aanslaat, komt het water terecht in de meertjes en dit maakt dat het water bubbelt als champagne. Helaas dat we hier al na een uur weer weg gingen, maar een andere mogelijkheid om te zwemmen was beloofd. Eerst maakten we nog een stop bij Indian Head, een rots waar je op kon klimmen en een spectaculair uitzicht had. Zowel over een groot stuk van het eiland als over de zee. Zo zagen we een groep met drie grote Manta Rays in het water, helaas konden we geen haai vinden waar we druk naar op zoek waren. De laatste stop voor ons op Fraser Island was Eli Creek. Het was een riviertje door het regenwoud, heel ondiep, maar het water stroomt heel snel. We hadden dus een paar banden waarmee we met de stroming mee werden genomen, waarna we weer terug moesten lopen en iemand anders kon. Het water was heel koud, maar het was wel heel gezellig en uiteindelijk heeft iedereen een keer de band gehad en iedereen heeft af kunnen koelen. Helaas betekende dit wel voor ons het einde van Fraser Island, want vanaf hier gingen we weer met de boot terug naar Rainbow Beach. Toch hadden we ’s avonds afgesproken met een van de meisje die we hadden ontmoet op de tour en die ook in Rainbow Beach verbleef, en met z’n drieën zijn we uit eten gegaan.

Woensdag leek de vakantie opeens alweer bijna voorbij te zijn. Toch hadden we wat leuke dingen op de planning staan. We gingen dus al weer vroeg in de auto richting de Sunshine Coast. Allereerst besloten we naar de Sunshine Coast Hinterland te gaan, iets meer landinwaards dus. De weg hiernaar toe was super met de mooiste uitzichten en veel groen. We besloten twee dorpjes te bezoeken, Mapleton en Monteville. Eerst Mapleton een klein ouderwets dorpje met niet veel winkels, maar we hoorden al snel over een natuurpark met waterval waar we besloten een kijkje te nemen. Hier maakte we een wandeling door het regenwoud en hadden mooie uitzichten en watervallen, al kon je hier niet zwemmen. Vanaf hier sprongen we weer in de auto om te gaan kijken naar een enorme sluis en een meer waar een mooi park was en waar we even konden zitten. Het tweede dorpje was Monteville. Het was een ouderwets dorpje met een enorme winkelstraat met de mooiste houten veranda’s. Het waren niet winkels voor ons om te gaan winkelen, maar even door de straat lopen was enorm leuk. Na het binnenland te hebben bekeken wilden we ook graag de Sunshine Coast, Coast zien. Met een mooie route kwamen we aan bij het strand en na het bestellen van een pizza hebben we lekker op het strand onze lunch gegeten en genoten van het mooie weer. Toch moesten we hierna nog een eind rijden. We hadden besloten om net buiten Queensland in New South Wales het plaatsje Byron Bay te bezoeken. Dit ligt net op de grens, maar moest een heel leuk en ontspannen dorpje zijn. Helaas hadden we even niet nagedacht dat NSW ook een zomertijd heeft, terwijl Queensland dit niet heeft en er dus een uur tijdsverschil was. We kwamen dus wat laat aan en hebben niet veel rondgekeken, maar besloten te gaan eten, berichtjes te sturen en de laatste plannen te maken.

Donderdag was het 26 januari en dat is in Australië Australia Day, wat betekent: Feest! Vorig jaar had ik Australia Day in Broome gevierd en nu in Queensland. Eerst wilden we Byron Bay natuurlijk bekijken en hebben we als elke Australiër een broodje met worstje voor ontbijt op het strand gegeten. We hebben hier lekker over het strand gelopen en door het dorpje. Ik vond het super, Vanessa vond het toch wat klein, haha. Daarna besloten we door naar de Gold Coast te rijden. Met opnieuw een uur tijdsverschil kwamen we vroeg aan in de Gold Coast. Onze camping was in South Port en we hebben allereerst hier een wandeling gemaakt en zijn op zoek naar het avondprogramma gegaan voor Australia Day. We moesten wel zeker weten wanneer het vuurwerk was, dit konden we niet missen. We hebben lekker fish & chips gegeten voor lunch en zijn daarna snel in de auto gestapt en naar Surfers Paradise gereden om hier lekker even naar het strand te gaan en te zwemmen in de zee (hier zijn gelukkig geen gevaarlijke kwallen). Na een middagje lekker relaxen zijn we weer terug naar de camping gereden om ons klaar te maken voor het feest, waarna we naar het strand zijn gelopen. Hier was live muziek en enorm veel verschillende eettentjes met eten van over de hele wereld. Wij besloten voor paella te gaan, met als toetje een churio’s met nutella. Tijdens ons toetje konden we 15 minuten lang kijken naar het mooiste vuurwerk dat werd afgestoken. Toen we weer terug kwamen bij onze auto begon het zo hard te regenen dat we niet eens naar de toiletblok konden lopen 50 meter verderop.

Vrijdag was onze laatste dag en gingen we Brisbane verkennen. We besloten eerst door het CBD te lopen. Zo zijn we naar de Botantic Gardens geweest, het museum, de art galerie, de Southbank (een soort park waar we een mooie wandeling maakte en er een strand is gemaakt als zwembad). Uiteindelijk hebben we ook nog even gewinkeld aangezien ik wel wat nieuwe kleren kon gebruiken. Hierna reden we naar Angela en Tony. Zij woonden met hun drie kinderen in Paraburdoo vorig jaar, op de drie jongens heb ik ook nog een weekje gepast. Het was super leuk om hun weer even te zien en lekker bij te kletsen. We hebben met z’n allen gegeten en mochten ook een nachtje bij hun logeren, vooral de jongens waren heel enthousiast en hebben me van alles laten zien en verteld.

Zaterdag was het dan helaas al weer het einde van de Queensland vakantie. Vanessa vloog terug naar huis deze morgen en ik zou naar Darwin vliegen om hier nog een paar daagjes vakantie te vieren. Over Darwin zal ik in een andere blog vertellen, aangezien dit al een heel lang verhaal is geworden. Hoop dat ik jullie niet te veel heb verveeld met dit verhaal en ik zal snel weer wat van me laten horen.

Dikke knuffel en kus,

-xxx- Mandy

Reacties

Reacties

Remco

Supergaaf Mandy!
En van harte gefeliciteerd met je verjaardag!!!

tante Margreet

Wat een belevenissen weer in dat verre maar mooie Australië!

Oma

Een fantastich verhaal, Mandy. Wat heb je toch veel moois gezien!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active